Na een lange intense week Ayacucho en een al even lange busrit (zo voelt het toch aan) kom ik uitgeput aan in Lima. uitgeput? Nee, daar is geen tijd voor. Ik sta nog maar net in de douche of een taxi staat me al op te wachten. Deze keer gaat de reis naar San José, een dorpje op een paar uur van Lima. Het project werkt aan de restauratie van een archeologische site, net buiten het dorpje.
Daarnaast zet het project zich in om de plaatselijke gewoontes (de dansen, de kleren, de tradities) niet te verliezen. De jongeren van de dorpjes in het binnenland, richten vaak hun blik op het metropolische Lima. Ze voelen zich beschaamd om hun afkomst en gedragen zich zo veel mogelijk als iemand uit Lima. Het idee is dat (vooral) nationale toeristen de site kunnen bezoeken, maar het eerste doel, blijft om vooral de mensen uit de eigen streek te sensibiliseren over het rijke kapitaal aan cultuur die ze hebben.
Het bezoek had verschillende redenen.
1. Het archeologische werk op de site zou afgerond worden
2. Op 20 december viert de gemeenschap de traditie van 'limpieza seca'. Een feest waarbij de hele gemeenschap samenkomt en een ritueel opvoert om te maken dat er in het komende jaar veel water zal zijn.
3. De laatste overlevende 'maestro' in muziek is ziek en zal niet lang meer leven. Hij spaarde al zijn krachten op om een laatste keer te spelen en die muziek op te nemen zodat ze niet verloren zou gaan.
Zoals jullie je wel kunnen voorstellen, was het weer eens een ervaring om op mijn blote knieën te danken dat ik dit hier allemaal mag meemaken in Peru.
Eerst wordt er met de hele gemeenschap het kanaal waarmee het water van de rivier naar de waterreservoir gebracht wordt schoongemaakt.
Daarna wordt samen gegeten. Iedereen brengt zijn eigen eten mee en elk brengt zijn eigen kruik met Chicha (een zelfgemaakte drank op basis van mais) mee. De kruiken worden constant doorgegeven. Na het eten worden alle kruiken verzameld en de namen van de mensen worden een voor een afgeroepen. Die komt dan tussen alle kruiken zijn/haar eigen kruik terughalen.
Dan begint het eigenlijke ritueel. Elk jaar wordt iemand uitgekozen die de rol vervult van Zorro (nee, niet die met zijn maskerke). Vroeger werd die persoon in vosse-vacht gehuld, maar van die traditie, blijft enkel de hoed met struiken en de staart over. De gemeenschap wacht beneden aan het waterreservoir op de komst van de Zorro. Het idee is, dat die helemaal van boven komt gelopen, in het kanaal en dat hij rapper loopt dan het water. Bij aankomst wordt hij luidkeels toegejuicht en verwelkomd door het dorp.

De bewoners vormen dan een lange rij en één voor één gaan ze op hun knieën zitten en geven ze een kopstoot aan de Zorro waarbij ze vragen: "Zal er veel water zijn dit jaar" "Ja, er zal veel water zijn dit jaar". Hoe harder de kopstoot, hoe meer water er op je akkers zal zijn. Och arme, diegene die al die kopstoten opvangt.


Daarnaast gaan alle mannen in een kring zitten en wordt een heerlijke maaltijd geserveerd die samengedeeld wordt.


Die avond ben ik samen met nog een paar andere, naar de ruines gegaan om daar de nacht door te brengen. We worden verwelkomd door la Señora die al die maanden bij de ruines woont om de archeologen te verwennen.



De volgende dag bezoeken we de ruines, om daarna snel af te dalen om 'het laatste concert van een meester' bij te wonen.

'El maestro' en zijn vrouw. Het stemmen van de viool.

Die avond ben ik stikkapot maar terzelfdertijd zo vol energie weer in Lima aangekomen. En hoewel mijn vakantie toen begon, met oh zo veel zin om alweer in het werk te vliegen